Oude blog, Reizen
Leave a Comment

Georgië

De dag voor ik weer een iets oudere doos word, komen we aan in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië. We zoeken er ons een leuk hotelletje uit voor de gelegenheid en kunnen dan weer aan een nieuwe citytrip beginnen. De stad ligt langs een rivier, tussen heuvels in die volgebouwd zijn met Georgisch orthodoxe kerkjes en versterkte burchten. Je kan hier nog heel wat oude huisjes en dito marktjes vinden, maar er zijn ook heel wat modernere gebouwen en tal van trendy straatjes die barsten van de bruisende bars en restaurants. Vooral ’s avonds wanneer al de bruggen, kerkjes, en forten verlicht zijn, heeft de stad ontzettend veel charme.

De eerste dag ontwaken in Tbilisi begint al goed, ik ben jarig, dus vandaag doen we alleen waar ik zin in heb. (Ik voel jullie al denken, maar dan ben jij altijd jarig? Ja maar vandaag krijg ik ook echt HELEMAAL mijn zin ;-).) Vandaag wordt even vakantie van vakantie. Gewoon rondwandelen zonder dat we iets bezoeken, buiten de Mac Donalds en de plaatselijke patisserie. We kuieren door de gezellige straatjes van de stad en de rest van de dag staat helemaal in het licht van mijn grootste hobby: ETEN…. mmmmmmm wat moet een mens nog meer hebben.

Tbilisi by night biedt bovendien een perfect kader om een romantische verjaaravond te organiseren. We gaan dan ook van dakterras naar dakterras om ten volle van het zicht te kunnen genieten. We beginnen op het dakterras van ons eigen hotel, waar we een fles Georgische champagne kraken. Het tweede dakterras is dat van het restaurant Kopala, waar we traditioneel Georgisch eten met bijpassende Georgische wijnen. Het derde dakterras voor afsluitende cocktails komt er niet meer van, aangezien Georgië net iets te veel druivendrankjes in petto heeft…

Nu ik een jaartje ouder ben, zijn we klaar om de rest van de hoofdstad en haar omgeving te verkennen. We wandelen door de straatjes van kerkje naar kerkje, en klimmen ook iets hoger op de heuvels om het fort en de gloednieuwe kathedraal te bezoeken. Bovendien maken we ook enkele uitstapjes buiten de stad.

We bezoeken het geboortestadje van Stalin, Gori. Daar kan je een museum bezoeken over Stalin dat nog niet veranderd is sinds de Sovjettijd. Kwestie van ook meteen een idee te geven hoe de zaken toen weergegeven werden… Ook het huisje waar Stalin samen met zijn ouders tot zijn 4 jaar heeft gewoond staat er nog, maar nu onder een marmeren stolp. De man van staal nam bovendien ook nooit het vliegtuig, maar reisde steeds met zijn eigen treinwagon. De trein waarmee hij onder andere naar Yalta reisde, kan je hier met eigen ogen zien en zo kan je je ook meteen inbeelden hoe de wereldgeschiedenis met toedoen van deze man een ander spoor oprolde. (Goede lectuur over de man die op zijn 25 blijkbaar echt nog een knapperd was : Behind Closed Doors van Laurence Rees).

Op een hobbelige rit in een krakkemiekige Lada van Tbilisi vandaan, bevinden zich nog 2 mooie plekjes die een bezoekje waard zijn. Ten eerste kan je de meest heilige stad voor de Georgisch orthodoxe kerk, Meshteka, en dus de belangrijkste kathedraal niet links laten liggen. Georgiërs zijn heel gelovig, en zowel jong als oud maken bij elk kerkje dat ze tegenkomen nog een kruisteken. Ten tweede is ook David Gareja een omweg waard. Dit is een klooster dat uitgehouwen is in de rotsen en letterlijk op de grens tussen Azerbeidjan en Georgië ligt. Je moet er wat klimmen en klauteren en kan dan de ontelbare beschilderde grotten bewonderen. Niet enkel de grotten zijn echter een klim waard, ook het zicht is ongelooflijk spectaculair en adembenemend! Ik zal de foto’s voor zich laten spreken.

Wanneer we de hoofdstad en de religieuze kant van het land reeds ontdekt hebben, wordt het tijd om een andere kant te verkennen: de wijnregio. Georgië heeft heel wat goede wijnen die spijtig genoeg bij ons vrijwel onbekend zijn, maar door ons zeker niet onbemind ;-). Uitvoeren is echter blijkbaar een dure zaak, waardoor de verdeling voornamelijk beperkt blijft tot de voormalige Sovjetlanden.

Om de wijnregio van binnen en van buiten te leren kennen, kiezen wij als uitvalsbasis het dorpje Telavi. Hier kunnen we genieten van de gastvrijheid van Svetlana en van haar heerlijke huisbereide lekkernijen. Georgiërs koken veel met aubergines, tomaatjes, look, walnoten, en maken vaak een soort ravioli’s (khinkali) gevuld met vlees of kaas en aardappeltjes. Je kan hier, net zoals in Azerbeidjan, steeds je buikje rond eten als je bij een goede gastvrouw terechtkomt. Ik krijg er al terug zin in als ik eraan denk…

Buiten het eten, moeten we natuurlijk ook de regio en de wijn nog proeven. Hiervoor gaan we een dag op stap met onze gids David. Hij rijdt ons voorbij elk mooi plekje, kerkje en klooster dat de omgeving rijk is en gaat op ons verzoek ook naar een lokale bierbrouwer. Als echte Belgen zijn wij immers niet enkel geïnteresseerd in wijn. Twee vrienden in Hawaïhemd brouwen in een kleine schuur zelf bier, dat zelfs nog verdomd goed smaakt ook. Wat de wijn betreft gaan we naar Kindzmarauli, waar we tegen lichtsnelheid enkele plaatstelijke wijnen proeven en er nog een flesje meenemen om het af te leren.

In het naar huis rijden, biecht ik onze gids op dat ik zot ben geworden van al die kleurrijke retro Lada’s. Waarop hij ook meteen een antwoord heeft. Zijn Lada Niva 4×4 is vandaag in de garage voor reparaties, maar moet nog thuis geraken. “Of ik die anders even naar bij hem thuis wil rijden?” Met een ei in mijn broek en veel te veel bier en wijn in mijn aderen om goed te zijn, rijd ik dit rammelbakkie toch feilloos tot voor zijn huis over veel te hobbelige bergwegjes. Het is wel een “4×4”, maar zonder servostuur en een toeter die er uitvalt als ik te grote bochten neem, is dit echter geen sinecure ;-). “Of de remmen het goed doen?” “Euhm, ik hoopte dat je daar zeker van was voor ik vertrok…?”
Ik ben wel zo trots als een aap en zo content als een weekluis dat ik eindelijk eens met een Lada heb gereden ;-).

Na onze leuke avonturen in Telavi, rijden we weer nieuwe tegemoet. We bezoeken het dorpje Signaghi, dat nu spijtig genoeg niet zo authentiek meer is als het ooit geweest is. Signaghi ligt aan de grens met Azerbeidjan, en wordt pijlsnel omgetoverd tot een speeldorp waar rijke Azeri’s hun olieManats kunnen komen opdoen in het casino. Op naar de volgende bestemming dan maar.

Het derde Georgische dorpje dat we bezoeken is Kazbegi, dat diep in het Caucasusgebergte en op enkele kilometers van de Russische grens ligt. We komen ook hier weer terecht bij schatten van gastvrouwen, die hun woonkamer met volgeladen servieskasten voor de gelegenheid tot logeerkamer hebben omgetoverd. Van in ons huisje zonder stromend water hebben we een prachtig zicht op Mount Kazbeg en de Caucasus. Het is hier koud, het is hier mooi en het is hier gezellig, wat moet je nog meer hebben.

Het dorpje heeft een cafeetje, enkele winkeltjes en een plaatselijke wijnboer die wellicht al langer ligt te gisten dan zijn eigen marchandise. Bij hem kan je zelfgebrouwen wijn kopen voor 1,5 € per liter en wij hebben wel zin in een flesje rode wijn voor bij ons lekker huisbereid diner. Om de wijn mee te geven zoekt hij ergens een lege – reeds ettelijke keren herbruikte- plastiek fles uit, blaast ze even proper, en voilà, klaar om te vullen. Na een half uur schrik dat pépé zou omvallen bij elke beweging die hij maakt, en zeker wanneer hij met die wijnvaten begint te zeulen, gaan we eindelijk buiten met… een fles witte wijn… Tja…

Voor we echter aan diner en wijn toe zijn, moeten we eerst op ontdekkingstocht in de omgeving. Van in onze kamer kunnen we ergens bovenop de bergen één van de bekendste kerkjes van Georgië spotten, en dat lijkt ons een goed doel voor een stevige wandeling. We klauteren omhoog, en worden bovenop die berg bijna van onze sokken geblazen door de sterke wind die er raast. De wind is echter niet het enige dat ons onze sokken doet verliezen, het zicht is er ook wederom geweldig. Groene bergen rondom rond, het kleine Kazbegi aan de voet van de berg, en dan ergens in de middle of nowhere de kerk. Je moet goed gek zijn om hier elke zondag naartoe te willen komen .. We zouden hier nog dagen kunnen ronddwalen in deze bergen, maar een tentvakantie is voor een volgende keer…

Bovendien kunnen we ons niet langer blijven verbergen in de koude en de hoogte, want we hebben reeds een treinticket besteld naar onze laatste bestemming op Georgische bodem. Na een dag in de trein, kunnen we vanuit onze wagon eindelijk de zwarte zee zien, en dat betekent dat we deze laatste bestemming bereikt hebben: Batumi. Dit is een soort tropische resortstad aan de zwarte zee, waar al diegenen die niet in de bergen op vakantie zijn, komen promeneren langs de keistranden, ijsjes likken, vakantieliefdes opdoen, en dergelijke meer. Een vreemde kruising tussen Knokke, Blankenberge en Lorette Del Mar….

Het bereiken van de Zwarte Zee betekent voor ons ook weer een grens oversteken. Het volgende land ligt nu op zwemafstand, maar wij gaan toch maar met de bus ;-). Eind augustus zijn we weer enkele stempels rijker, en op de laatste staat te lezen: Turkije. En dat zegt ook dat we bijna Europa bereikt hebben. Dat zal echter van korte duur zijn… Neen we zijn nog lang niet thuis. Stay tuned!

Foto’s om Georgië te voelen, zien, ruiken én proeven.

This entry was posted in: Oude blog, Reizen
Tagged with:

by

We love exploring, writing stories, housesitting, but especially love having no plans, enjoying small things, travelling and eating. So that's how we now live.

Leave a comment