Winterswijk en omgeving

Afgelopen dagen doorgebracht in Winterswijk en omgeving (Lievelde, Woold, Meddo). Het was niet de eerste keer maar wéér of: nog meer dan voorheen, overviel mij een heimwee naar de toekomst. Heimwee naar de toekomst die zich soms onvermoed in je hoofd kan nestelen.

Om te beginnen: wat is dit landschap onbedorven. Geen megalomane bedrijventerreinen, geen kilometerslange hoogspanningsmasten, geen snelweg te horen. En donker.. dónker ’s avonds..

Er hangt een soort verlaten rommeligheid over het landschap. Een vleugje mysterie. Een duidbare aanwezigheid van oorspronkelijkheid. Je kunt kilometers dwalen en anderhalve man en een paardenkop tegen komen. Zelfs in het seizoen van beginnend opkomend licht – het is een soort tegenhanger van het strijklicht wat tweede helft oktober zo fraai is – houdt het landschap iets stils, verborgens.

Knus landschap. Nog niet geheel en al verraaigrast. Daar is hier ook nooit aanleiding toe geweest. Veel van het landschap laat nog de oude, niet verruilkavelde structuur zien. Paden en wegen lopen in bochten, landjes hebben een allesbehalve vierkante vorm.

Op verschillende plekken gebeuren ook spannende dingen. Wordt land weer moeras, en later, ooit, weer veen. Mag water blijven staan. Mag leegte blijven bestaan, nee: móet bestaan. Het is in de omgeving van Winterswijk in overvloed. Jazeker wordt er ook geboerd. Maar dit is zoveel minder aanwezig. Het boer zijn wordt meer gevierd. Het leven hangt er niet van af. Het is minder armoedig. En die léégte.. die eindeloze leegten..

Logerend in De Schoppe in het buitengebied van Winterswijk valt ook al die rust en leegte op. In de schemering hoor je enkele flamingo’s in het op een paar honderd meter afstand bevindende Zwillbrocker ven. Het raspende geluid van patrijzen stijgt op uit de eindeloze graslanden. Die flamingo’s zitten er al 40 jaar en zijn een grapje van de natuur. Ontsnapte exemplaren vestigden zich hier en vormen een kolonie die ook in de winter Nederland niet verlaat.

De zon schijnt, het ontbijt is overvloedig en ongeëvenaard en het leven is goed. Dat is het gevoel: hier wordt onbeschaamd het leven gevierd zonder dat het in onzin vervalt. Een soort stil genieten waar een gevoel van tevredenheid van nature hangt. Over alles. Heimwee naar de toekomst. Diepe gesprekken over of we hier, ooit, in de toekomst, willen gaan wonen. Als een soort verhuizing naar het verre oosten 2.0. Reizen en verhuizen begint in je hoofd. Zo begon het ooit ook voor de verhuizing naar Westenholte, in 2017.

Wat mij hier zo overvalt is het véle véél. Zó veel wandelpaden, zó veel gelegenheden waar je eens heerlijk aan een bier kunt gaan zitten of uit de kunst eten. Lev by Mike is zo’n gelegenheid. Verscholen gelegen in het buitengebied net buiten Winterswijk is dit een parel van culinair eten zonder dat je opgedirkt hoeft te zijn. Het publiek op zondagavond hangt tussen een versie van Henny Vrienten in zijn veertiger jaren tot het geijkte ooststel of gezin met enigszins chique bovenzijde en geheide, weliswaar nette, min of meer blauwzwarte spijkerbroek en niet al te verzorgd of gesoigneerd haar. Men schreeuwt niet, men praat. Men hoeft niet te schreeuwen. Waar stilte is hoef je je stem niet groter te maken dan die is. Er is besef van de omgeving met wie sámen leeft. Een soort nabuurschap in gedragsvormen. Bijzonder plezierig. Weg van dikdoenerij of show. Saai wordt het niet, want iedere Achterhoeker heeft iets eigens. Sommigen zien er uit of ze rechtstreeks uit een middeleeuws geslacht af stammen. Ik zie gezichten die ik nergens anders zie. Een soort oerwezen. Een aangenaam oerwezen.

’s Avonds rijden we terug over de donkerste weggetjes van Nederland. We stappen af en toe uit om te luisteren of er nog een oehoe te horen is. Het is stil, deze koude avond. Een kraanvogel roept kort uit het veen, verder op. Het zijn allemaal verborgen wereldjes hier. Je kunt er in wegkruipen. Letterlijk als ook figuurlijk, met je fantasie. Hier houdt Nederland op. Hier het op zijn allermooist.

Zogeheten scholteboerderijen doemen her en der in de verte op. Het zijn relikwieën uit de tijd dat de scholteboer nog heerste over zijn land en mensen.

Nog één wandeling maken we voordat we weer huiswaarts keren. In Meddo is de sfeer op maandagmorgen buitenNederlands stil. De sfeer is hier ook bescheiden frivool. Er heerst een soort vrolijkheid die misschien typisch Achterhoeks is.

We lopen langs een beek, een brede beek, waar kilometerslang geen einde aan komt. Wie komen we tegen? Een man en een vrouw. Niet meer. In zeker 5 kilometer.

Leeg, leger, léégst. Rust op een ander, ongekend, niveau. Een diep verlangen veroorzakend. Naar de toekomst. Heimwee naar de toekomst.

Bomensingels, houtwallen, zo ver het oog reikt. Maar waar is iedereen? Er lijkt wel een straatverbod. Een straatverbod op drukte van enigerlei vorm. Bestaat dit echt? Bestaat dit nog écht, anno 2023?

Ja, is de constatering. Er wordt gelijk, nu nog voor de gek, naar huizen gekeken. En dan zie zo’n huis.. Het huis is helaas al verkocht, maar ik ben dat definitief: aan de omgeving van Winterswijk en de Achterhoek.

Dit is de toekomst. Nu nog niet, maar over een jaar of.. ? Hier wil ik zijn. Dit is het eindpunt. En straks: weer een nieuw begin. In ossenbloedrood.

In stilte zal de cirkel rond komen.

Gepubliceerd door Thomas Kamphuis

Gepassioneerd Vikingtijd, natuur en cultuur liefhebber.

Plaats een reactie