Enkele jaren geleden leek voetbalclub Patro Eisden te zijn beland in een script van een tweederangs gangsterfilm. In en om het stadion speelden zich bizarre taferelen af. Een kleine bebrilde Chinees, luisterend naar de naam Wayne Woo, en dat is niet om te lachen want hij heette echt zo, deelde er de lakens uit. Tot het begon op te vallen dat er in wedkantoren in het Verre Oosten vaker gegokt werd op wedstrijden van Patro, dan in het plaatselijke staminee. De voormalige patronaatsclub bleek in handen te zijn gevallen van de voetbalmaffia en zette op volle kracht koers richting de afgrond.

Maar toen was daar ineens Salar Azimi, een miljonair uit Zeeuws Vlaanderen. Op het moment dat alles verloren leek, kocht hij de club en voorkwam daarmee een door Woo en zijn vazallen geregisseerd unhappy end. Vanaf dag één werd er grote kuis gemaakt en Salar ontdeed de club van alle maffiose opsmuk. In eerste instantie keken de mensen in Eisden de kat uit de boom. Begrijpelijk, want van een episode in een gangsterdrama kwamen zij ineens terecht op de set van FC De Kampioenen. Je zou voor minder achterdochtig worden.

Maar als snel was men om. Salar Azimi, de vleesgeworden Balthasar Boma, bleek een joviale goedzak. Een harde werker en daar houden ze van in deze kompelcontreien. Hij staat graag in het middelpunt van de belangstelling, maar dat is hem gegund.

Want, in tegenstelling tot Baltrhasar Boma kwam de rijkdom Salar niet aanwaaien. Samen met zijn poepa en moema is hij als kind gevlucht uit Iran. Na zijn studie in Nederland, vergaarde Salar miljoenen als “Président-directeur Général” van een telecom- en computerbedrijf. Hij bezit ook een hotel en een partyboot en woont met zijn familie in een kasteel in Aardenburg.

Salar draagt geen gouden ketting, maar heeft wel steevast een paarswitte sjaal om zijn hals geknoopt. Na elke overwinning hangt hij als een volleerd capo in de hekken en zweept hij de Patrofans op. Hij ontbreekt ook op geen enkele groepsfoto na de match.

Niemand die er om maalt, want Salar heeft de lach teruggebracht naar Maasmechelen. Hij is mateloos populair en dat is natuurlijk niet raar. Hij weet de supporters weer aan de club te binden. Regelde een kerstdiner voor de bejaarden uit de buurt en geeft geregeld een “tournee zénerale” voor alle supporters na een overwinning.

Een markant figuur, die Salar. Zeg nu zelf, welke voorzitter kan zeggen dat hij in één seizoen én zijn club heeft gered van de ondergang én ook nog eens een doelpunt heeft weten te scoren in de eerste ploeg?

Stap voor stap omhoog, dat was het plan van Salar bij zijn entree. En tot nu toe lukt dat aardig. Een weldoordacht businessplan moet er voor zorgen dat Patro zich op den duur zelf kan bedruipen. Met horeca als vertrekpunt. Met het inmiddels in het stadion gevestigde all-inclusive-restaurant Saint-Tropez, hoeft niemand na de match meer naar de Eisdense variant van De Pussycat.

Om de twee jaar promoveren, dat leek Salar in het begin wel wat. Sommigen konden een glimlach niet onderdrukken bij de woorden van de ambitieuze president van Patro. De ploeg had geen twee jaar nodig, want de eerste titel was al snel “in de sacoche”. In het afgelopen seizoen handhaafde Patro zich vervolgens moeiteloos in Eerste Amateur. De ploeg stond bijna het hele seizoen op een plaats die recht zou hebben gegeven aan deelname aan de eindronde om promotie.

Patro heeft dan ook geen “trainer van kust mijn gat”. Stijn Stijnen is niet alleen de architect van het succes op de groene mat, hij doet daarnaast nog honderd-en-één dingen voor de club. Maar: beetje bij beetje wordt Patro steeds wat professioneler. Met het onlangs aanstellen van een fulltime commercieel directeur is er weer een stap gezet naar het realiseren van Salars toekomstdroom. “terug de derde voetbalclub van Limburg worden, mijn gedacht!”