Het kan nog: Kerstmis met masker en muziek

 

In een periode waarin zoveel cultuur werd ingesnoerd, zoveel muziek werd gedoofd, en waarin samenzijn bijna des duivels is, blijven de kerken open. Grote ruimte, zittend evenement. Aanstaande zaterdag mag de kerstmis doorgaan. Met muzikale omkadering. Het moet al zo’n 25 jaar geleden zijn dat cursisten van de muziekschool (KMTO) voor het eerst de kerstmis mochten opluisteren.

Dit jaar zijn het Tine en Michiel De Blaere die samen met een aantal cursisten en enkele vaste muzikanten een kerstprogramma voorbereidden. Dit voor de kerstmis van zaterdag 25 december om 11 uur.

Het was een voorbereiding op een evenwichtskoord. Wat mag, wat mag niet? Maar aan de liturgische diensten werd, mits een rist voorwaarden, niet geraakt. Begin de maand niet, en ook op 22 december niet.

Er werd met verschillende scenario’s rekening gehouden. Onder meer een maximum van 200 personen, maar dat blijkt uiteindelijk niet nodig. Dit is te lezen op de site van Kerknet, het portaal van de katholieke Kerk in Vlaanderen. Dat bepaalt het volgende:

Het Koninklijk besluit (KB) dat sinds zaterdag 4 december 2021 van kracht is, verplicht alle kerkgangers vanaf de leeftijd van 6 jaar om een mondneusmasker te dragen tijdens de hele duur van de eredienst. Het Koninklijk besluit bevat geen bijkomende, beperkende maatregelen voor de kerkgangers. Voorlopig rusten er dus geen beperkingen op het aantal aanwezigen tijdens een eredienst. Uiteraard blijft de oproep om alle veiligheidsmaatregelen nauwgezet op te volgen onverminderd van kracht.)

De Knesselaarse Kerkraad volgt dit scenario. Aan de belangstellenden dus de boodschap: het mondmasker is niemands wens, maar in de kerk moet het.

Tijdens de mis hoort u een tiental muzikanten met Mary’s Boy Child (Harry Connick, Jr.), Stille Nacht (traditional), Leave A Light On (Marble Sounds), When The Thames Froze (Smith & Burrows) en Feliz Navidad (José Feliciano)”

Verre sporen

Vanzelfsprekend is de kerstmis vooral een liturgisch gebeuren. Waar de muziek wel deel van uitmaakt.

Verhalen en zang horen al heel lang bij het Kerstfeest. En dan ging het doorgaans over vrij eenvoudige teksten en volksliederen, over een kindeke in een stal, en een ijskoude winter, warmte en liefde. Die zaken kleurden ook de verhalen van de grote Europese en Vlaamse vertellers: Ernest Claes met zijn Wannes Raps, Felix Timmermans met zijn Sterre die bleef stille staan, Armand Preud’homme met Susa Nina en vele andere gedichten en liedjes

Ook de Knesselaarse dichter August-Victor Bultynck schreef kerstverhalen en -liederen. Een van zijn kerstgedichten werd door Preud’homme op muziek gezet. En in elke gemeente zat er wel een onderwijzer die dat ook deed. Een ervan hebben we goed gekend.

Bultynck schreef vooral in de tweede helft van de jaren 1800. Jawel, heilig en zoet. Maar zijn de vooral Angelsaksische deuntjes van vandaag zoveel beter? Enkele muzikale parels hebben de tand des tijds doorstaan (Stille Nacht, Nu zijt wellekome, Maria die zoude naar Betlehem gaan...) 

Bultyncks genoot bekendheid. Zijn kerstvertelling Adeste Fideles (1887) werd overgenomen in letterkundige tijdschriften (Het Belfort, bvb.) en in feuilletons in kranten (Gazette van Eecloo). Hij publiceerde ze in zijn bundel “Naar het leven”. Ook andere verhalen (Een doolaard, Kerstnacht, Kerstvertelling) werden opgenomen in zijn bundel Verhalen en in Vlaamse Beelden.

Vieren

Kerstmis “vieren” werd heel snel populair in 1843 via Charles Dickens.Dickens maakte er een ware rage van. Met plumpudding en kalkoen en zoete sterke drank – een overschot aan goede wil en goede voornemens. Vanaf het midden van de jaren 1800 werden de eerste kerstkaartjes verstuurd. Die zaken zijn gebleven, het religieuze fundament eronder brokkelde af.

Het was de tijd dat gelovigen nog samentroepten voor één van kerstmissen. In Knesselare waren er meerder missen, maar heel zelden middernachtmissen. Er was er eentje in de jaren 1960, maar helemaal zeker zijn we daar niet van. Ook in het kerkarchief zijn hiervan geen sporen te vinden.

Een van de eerste opvoeringen (1953)

De kerstlegende van Timmermans ‘En waar de ster bleef stille staan‘ gaf een nieuwe impuls aan het kerstvieren in Vlaanderen. Het stuk werd in zowat alle zalen en kerken gespeeld. Zo ook in Knesselare waar de toneelgroep van de Strijdbroeders/Rederijkers het meerdere keren opvoerde. En door de straten liep er al eens een Sterrenstoet.

De sparren en de kribben vulden stilaan zowat elke huiskamer. Almaar meer werden interieurs versierd met  kerststronk, maretak, hulst, dennenboom, … Het groen van de winterkering. Restjes van een oude heidense boomcultus, symbool van vruchtbaarheid en van nieuw leven in de natuur. Het gebruik ervan werd al genoteerd in de Duitse gebieden vanaf de 16de eeuw. De Duitsers brachten het mee met hun eerste wereldoorlog. Pas in de jaren dertig werd de kerstboom bij ons in Vlaanderen echt populair.

Epiloog: KMTO

Sinds het einde van de vorige eeuw werden de kerstmissen opgeluisterd door het kerkkoor  en ensembles van de muziekschool. Recent gebeurde dat ook door de fanfare WIK en de jongerengroep WIKit. Ook het kerkkoor werkte vaak mee. 

Aanstaande zaterdag 25 december om 11 uur is het dus een mix van KMTO-cursisten en enkele gastmuzikanten die – in deze stille winter toch uitzonderlijk – voor extra sfeer zullen zorgen in de kerstmis.

We wensen alle lezers een aangename kerstdagen

 

 

 

Plaats een reactie