Hungergames fanfic

Seneca Crane

“Sen… Seneca” een vragende ondertoon in mijn stem. “Sen?”
Langzaam richt hij zijn helder blauwe ogen op van het papier waarop hij aan het schrijven was.
“Hmm… Wat is er?”
Een brok in mijn keel. Nog maar een paar uur en dan gaan de 74e Hongerspelen van start. “De Hovercraft is onderweg en kan hier elk moment zijn.”
Ik gebaar naar het kleine apparaatje op het bijzettafeltje dat aangeeft dat de Hovercraft inderdaad net vertrokken is en op weg is mijn geliefde op te komen halen en naar de Controlekamer van de Arena te brengen.
“Oké, momentje, ik ben bijna klaar.”
Hij went zijn blik weer af en gaat verder met wat hij aan het schrijven was. Ik denk dat het een brief is. Stilletjes zit ik tegenover de man van wie ik zoveel houd. Ik kijk naar zijn gezicht waarop de concentratie waarmee hij aan het schrijven is, duidelijk te zien is. Kijk naar het puntige motief waarin hij zijn driedagenbaardje scheert, zijn brede schouders, de bloedrode stof van zijn uniform. Een stille zucht ontsnapt aan mijn keel. Ik wil hem niet storen in wat hij aan het doen is.

Een serie pieptonen vanaf het kleine apparaatje geeft aan dat de Hovercraft er binnen enkele ogenblikken is. Seneca staat op terwijl het vel papier waarop hij geschreven heeft, opvouwt en in zijn broekzak stopt.
“De laatste aantekeningen voor de Hongerspelen, dingen die ik absoluut niet mag vergeten.” Verklaart hij terwijl ik overeind kom en hem een vragende blik toewerp. Ik knik. Ik begrijp het, de Hongerspelen zijn ontzettend belangrijk voor hem.  Hij is ook niet voor niets Hoofdspelmaker. Seneca komt naar me toe en slaat zijn armen om mijn heen. Ik leg mijn hoofd tegen zijn hals terwijl hij in mijn oor fluistert dat hij van me houdt. Een volgende serie tonen geeft aan de Hovercraft er is en gebied Seneca naar buiten te gaan zodat hij in kan stappen.
“Ik moet gaan, liefste.” Hij geeft mij een kus op mijn kruin en laat me dan los. Nog even kijken we elkaar aan. De blik in zijn ogen verwart mij. Ik zie angst, waar ik trots zou verwachten. Dan draait hij zich op en loopt de deur uit. Een traan welt op in mijn ooghoek. Nu zie ik mijn geliefde misschien wel twee weken niet, afhankelijk van hoelang de Spelen duren. In die tijd hebben we geen enkel contact, omdat hij zich moet focussen op de Spelen. Hoewel ik verdrietig ben over de tijd zonder hem, ben ik ook trots. Trots op wat hij bereikt heeft. Hij is van gewone jongen, opgegroeid en opgeklommen naar een van de machtigste mensen in het Capitool.

Op het moment dat Katniss de bessen tevoorschijn haalt, weet ik dat ik iets moet doen. Als ik nu niets doe, gaan zowel Katniss en Peeta dood. Het is niet zozeer erg dat we dan geen winnaar hebben deze Spelen, maar het publiek zal deze ‘Gedoemde Geliefden’ gaan vereren om hun moed. Ik vrees dat het daar dan ook bij zal blijven. Maar ik weet dat er méér nodig is. Er moet een opstand ontketend worden en ik betwijfel of dat zal lukken als Peeta en Katniss zich van het leven beroven. Ik denk dat ze beide meer waard zijn voor een mogelijke revolutie als ze in leven zijn. Er is maar één manier waarop ik dat kan bereiken. Ik moet het spel stop zetten. Ik hoef het maar te zeggen en het gebeurd. Dat is mijn macht over de Spelen. In een flits denk ik terug aan het leven dat ik geleid heb. Mijn jeugd stond al in het teken van de Spelen en iedereen dacht dat dat kwam omdat ik zelf zo graag iets voor de Spelen zou betekenen. Maar het tegenovergestelde is waar. Ik was zo gefascineerd door de Spelen door al het onrecht dat erin besloten lag. Hoe durfden de mensen van het Capitool te denken dat ze beter waren dan de hard werkende distictbewoners. Het sloeg nergens op. Hoe durfde de Capitoolbewoners de kinderen van de mensen af te nemen en elkaar te laten vermoorden terwijl de rest van het volk gedwongen toe moest kijken. Terwijl het Capitool afhankelijk is van het harde werk van deze mensen. Zij zorgen voor het voedsel, de kleding, de technische vooruitgang, brandstof, alles. Toen al wist ik dat ik hier iets tegen wilde doen en wat was een betere manier om dat te bereiken dan door Spelmaker te worden en dan bij voorkeur Hoofdspelmaker. Ik wist dat ik, om dat te bereiken, letterlijk over lijken zou moeten gaan. Maar ik hoopte, heel ijdel en naïef misschien, om toch een verschil te kunnen maken, ooit, als het beste tijdstip zich aan deed. En ik heb het gevoel dat dít dat moment is, het moment waar ik mijn hele leven naartoe heb gewerkt. Hét moment waarop ik mogelijk kan bijdragen aan het ontstaan van een opstand die een einde aan alle onrecht zal maken. Ik denk aan de vrouw die thuis op mij wacht. Ik houd van haar, echt. Maar ze zal mijn denkbeelden nooit begrijpen. Ik heb ze haar ook nooit verteld. In haar ogen ben ik Hoofdspelmaker omdat ik geniet van de Spelen en ze als mijn levenswerk zie. Dat van het levenswerk klopt, maar dan om andere redenen dan zij denkt. Je zou je kunnen afvragen of mijn gevoelens voor haar wel oprecht zijn. Ik ben voor een deel een relatie met haar begonnen als dekmantel. Als partner van een vooraanstaande Capitoolvrouw, zal ik minder snel verdacht worden van ‘rebelse denkbeelden’, maar ik houd echt van haar. Dat alles schiet in een fractie van een seconde door mij heen, terwijl ik als verstijfd toe kijk hoe Katniss de bessen tevoorschijn haalt en ze aan Peeta geeft. Ik hoop maar dat ik nog op tijd ben.
“Stop! Stop de Spelen!”
Iedereen in de Controlekamer kijkt me verbaasd aan.
“Houdt ze tegen!” Terwijl mijn bevelen worden uitgevoerd weet ik dat ik met deze daad mijn leven beëindig. President Snow zal dit nooit goedkeuren. En inderdaad. Een klein moment later komen de Vredesbewakers van de President de Contolekamer binnen.
“Crane!” buldert één van hen.
Ik sta op mijn verhoogde werkplek en zie de angst die zichtbaar wordt op de gezichten van de Spelmakers. Ze zijn bang gestraft te worden voor mijn handelen. Maar ik weet dat dat niet zal gebeuren, als Hoofdspelmaker ben ik eindverantwoordelijk en het waren duidelijk míjn bevelen, dat kunnen ze op de camerabeelden terug horen. De Vredesbewakers slaan mijn armen op mijn rug, boeien ze en dan nemen ze me ruw mee. Een harde duw in mijn rug en ik rol de trap van mijn werkplek naar de algemene Controlekamer af. Met mijn handen geboeid kan ik me niet opvangen of mijn hoofd beschermen. Als een lappenpop rol ik de trap af. Versuft lig ik onder aan de trap tot sterke handen onder mijn oksels me overeind sleuren en ik oog in oog sta met President Snow. “Seneca Crane” begint hij minachtend. “ik heb me danig in je vergist.”
Een kort knikje, schijnbaar het teken waarop de Vredesbewakers op gewacht  hebben. Ik krijg een paar rake klappen op mijn hoofd te verduren, maar ik doe mijn best om trots te blijven staan. Na een uitzonderlijk harde klap merk ik hoe de kracht uit mijn lichaam vloeit en ik langzaam naar de grond zak. Ik hoop maar dat het genoeg is, dat ik door Katniss en Peeta beide te redden, mogelijk een revolutie ontketen die de macht van het Capitool omver werpt en een einde maakt aan het regime van President Snow. Ik steek mijn hand in mijn broekzak en pak het briefje dat ik voor de Hongerspelen geschreven heb stevig beet. Ik weet zeker dat het gevonden zal worden en aan de President zal worden overhandigt. Na het lezen van die woorden weet ik al helemaal zeker dat de President me zal laten vermoorden. De brief bevat namelijk alle redenen waarom ik een hekel heb aan het Capitool. Het dagelijks, tijdens de duur van de Spelen, lezen van die woorden heeft mij de kracht gegeven die nodig was voor wat ik nu gedaan heb. Het redden van die twee levens, die hopelijk de wereld zoals we die nu kennen kunnen veranderen, waarmee ik gelijk mijn eigen doodvonnis getekend heb.

 

Plaats een reactie