Een eigen bordje

[Column verschenen in: Thuis in Zorgvlied, Wijkkrant van, voor en door de inwoners van de wijk Zorgvlied, Tilburg. September 2020]

Meppen! Sla hem dood! Rotbeest! Ik moet toegeven dat ik woorden van die strekking had verwacht. Zijn bezoek aan de tuintafel was immers bepaald storend. Het was op een warme dag in juni. De glazen waren gevuld met witte wijn die fonkelde in de avondzon. De warme maaltijd was net opgediend. Asperges op Brabantse wijze. Hij was er als de kippen bij. Landde pardoes op het bord. Uitgerekend dat van haar. Uitgebreid monsterde hij de uitgestalde waar. De asperges, hoe blakend ze er ook uitzagen, vond hij niet interessant. Het half doorgesneden eitje liet hij ook links liggen. Stukjes wilde zalm van de mooiste kwaliteit. Geen belangstelling. Totdat hij over de ham vloog. Meteen keerde hij terug en stortte zich erop. Het belette haar om te eten. Je zult maar zo’n beest inslikken. Grote kans dat hij in je keel steekt. En dan is het goed hommeles.

De woorden kwamen niet. In plaats daarvan keek ze naar de zwart-geel gestreepte bezoeker. Voor dit moment werd hij gedoogd. Van die constructie maakte het dier grif gebruik. Hij zette zijn felgele kaken in de ham en begon dermate voortvarend een hoekje van het hoogwaardige vlees af te snijden dat het leek alsof hij met een blikopener een blikje opende. Ze raakte gefascineerd. Toen de nijvere werker het ook nog eens klaarspeelde om een stuk ham zo groot als zijn hele lijf in zijn poten te klemmen en ermee weg te vliegen kantelde fascinatie naar bewondering.

Tijdens zijn afwezigheid at ze wat en nam een slokje van haar wijn. Na krap twee minuten was hij terug. Zij was een en al aandacht. Zou hij zijn goudmijntje weer weten te vinden? Hij vond het binnen een mum van tijd. Binnen de kortste keren had hij weer een stukje uitgefreesd en vloog er mee weg, hoog de bomen in. Ze vond dat de wesp een eigen bordje verdiende. Met een stukje van zijn lievelingsgerecht erop. Dat had hij bij terugkeer in een oogwenk ontdekt. De wesp was opgeklommen tot tafelgenoot.

Het einde van de maaltijd naderde. Glazen, bestek en borden verhuisden naar de keuken. Een mooi stukje ham liet ze liggen. Voor hem.

Later op de avond, toen we weer thuis waren, belde ik mijn schoonmoeder nog even op. Was hij blijven komen? Tot aan het donker toe, antwoordde ze opgetogen.

De wesp was een vriend geworden.

(N.B. De wesp die hier voor de leesbaarheid als ‘hij’ is opgevoerd is natuurlijk een vrouwtje, een werkster.)

7 Comments

Add yours →

  1. Hi Piet
    Prachtig!!!!
    Liefs, Peet

    Like

  2. Een boeiend verhaal met filmische scene.., maar waarom een ‘zij’ moeilijker leesbaar zou zijn, dus een ‘hij’ makkelijker, is mij een raadsel!

    Like

    • Dank voor je reactie, Katy. Als de wesp als ‘ze’ wordt aangeduid, is het steeds onduidelijk of ‘ze’ naar de wesp verwijst of naar de schoonmoeder. Dat had ik in principe kunnen voorkomen door steeds expliciet aan te geven wanneer het over de wesp ging en wanneer over de schoonmoeder, maar dat maakte de tekst weer wat omslachtig. Daarom heb ik ervoor gekozen om de wesp als ‘hij’ aan te duiden. Het blijft een kunstgreep, maar hopelijk begrijp je nu waarom ik me daarvan heb bediend.

      Like

  3. Willy Boer van den september 20, 2020 — 08:12

    Haha, wat een heerlijk stukje om te lezen! Dank je wel Piet!

    Like

  4. Gerard A.M. van den Hdeuvel september 20, 2020 — 15:45

    Blij met de laatste opmerking. Ik vreesde al dat Piet in geslachtelijke verwarring was. Overigens ook bewondering voor zijn schoonmoeder. Ik ervaar ook steeds minder vrees voor ze, al ben ik (letterlijk) stik-allergisch voor ze.

    Like

  5. Gerard A.M. van den Heuvel september 20, 2020 — 15:47

    Stik-allergisch voor de wespen, natuurlijk. Niet voor de schoonmoeder!

    Like

Plaats een reactie