De invloed van Arjen Lubach

Principes of mensen. Die gedachte ging door mijn hoofd. ’Stof tot nadenken’, zei ik, terwijl ik mijn jas aantrok. Voordat ik van mijn stamcafé naar huis vertrok, zei Egbert nog: ’Ik heb drie woorden voor je: Leve de koning!’. ’Van mij mag ie’, was mijn spontane antwoord. ’Schrijf er maar een column over’, zei Jan, ‘dan zal ik die wel liken op Facebook’. Nou, we zullen zien. Onderweg naar huis bedacht ik de insteek: principes of mensen. Komt ie.

 ’Vind ik leuk’. Het was opnieuw van toepassing op ons samenzijn. En weer waren we het niet helemaal eens geworden. Net als bij onze ontmoeting van afgelopen donderdag. Eén van de gespreksonderwerpen was het koningshuis, en met name Arjen Lubach z’n visie daarop. Hij had daar in zijn programma ’Lubach op zondag’ een item aan gewijd. Jan had de uitzending niet gezien maar was via Facebook geattendeerd op Lubach’s visie op het koningshuis. Jan had die zonder terughoudendheid ’geliked’ en gedeeld.

Ik had het filmpje van Arjen Lubach toen niet gezien. Wel Jan’s gedrevenheid om dat filmpje onder de aandacht te brengen en het te delen onder zijn Facebook-vrienden. Ik hoorde donderdag Egberts instemming over de teneur van Lubach’s verhaal. Hij en Jan waren het eens over de ’genialiteit’ waarmee het onderwerp ‘koningshuis’ door Lubach ter discussie was gesteld. Het maakte me nieuwsgierig.

De genialiteit zat, zoals ik het donderdag begreep, zowel in de inhoudelijke monoloog als in de afsluitende satirische conclusie en het besluit om zichzelf tot Farao der Nederlanden uit te roepen. Lubach koppelde vervolgens de geschiedenis aan het heden en de toekomst, door de kijkers op te roepen hem te steunen. Met 40.000 handtekeningen zou hij zijn Farao-schap in de tweede kamer op de agenda krijgen. Om daarmee in feite ook het koningshuis in diezelfde kamer ter discussie te stellen.

Vanavond hebben we het er weer over gehad. Volgens Egbert waren er al 50.000 handtekeningen binnen. Jan vroeg me of ik het filmpje had gezien, en dat was inderdaad het geval. Alleen kon ik Jan’s principiële instemming niet delen. Waar Jan vooral de inhoudelijke boodschap waardeerde (‘hoe bizar is het dat wij ’n zichzelf ingesteld instituut klakkeloos in stand houden’) werd ik vooral afgeleid door de manier waarop die boodschap door Lubach werd gebracht.

Was het de opmerking over Emma 17 waar hij wel/geen grap over maakte of lag het aan het uit de context gehaalde citaat over de schoolkeuze van Amalia? Waarschijnlijk. Onder andere. Maar ook aan het publiek dat op het einde Lubach slaafs en massaal leek te volgen, toen hij als farao verkleed zijn volk ’mende’. ’Ik zeg Fara, u zegt o’… En jawel hoor.  Met z’n allen. Effectbejag. Zo kwam het bij me over. Ook dat stond me tegen. 

Satire. Met een serieuze ondertoon die, als ik Jan en Egbert mag geloven, door het principiële karakter ervan, van hoog niveau was. Daar ligt waarschijnlijk dan mijn bedenking. Of mijn beperking, zo je wil. Ik kan die principes namelijk niet zo gemakkelijk los zien van de mensen die het betreft. Want als het over principes gaat lijken de mensen er niet meer toe te doen. 

Ik heb geen band met het koningshuis. Ik ben op Facebook bijvoorbeeld geen vriend van Maxima. En Willem en z’n dochters ken ik alleen maar van tv en uit de krant. Maar bovenal, over het huis waar ze wonen -laten we het voor het gemak even het koningshuis noemen- hanteer ik geen principes. Willem Alexander, Maxima, Amalia. Het zijn voor mij mensen. Geen argumenten om principes te duiden. Is dat gevoel versus verstand?

Ze mogen er van mij zijn. En ja, ze kosten een paar centen, maar dan heb je ook wat. Of niks. Wat je wil. Maar principieel tegen? Nee. Mochten ze er ooit niet meer zijn, heb ik daar ook geen problemen mee. Maar een farao om het koningshuis op een ludieke manier ter discussie te stellen? Mwah. Ik kan me voorstellen dat ze in de tweede kamer belangrijkere zaken te bespreken hebben. Hoewel ik over dat belang ook niet heel erg principieel ben. Dus laat het eigenlijk ook maar gewoon gebeuren. Arjen, succes. Ik hoop wel dat de kamerleden niet allemáál enthousiast ’o’ zullen schreeuwen, als jij ’fara’ roept…


Gepubliceerd door

Geert van den Munckhof

Gedachten digitaal delen en vastleggen in verhalen.

Plaats een reactie