IMG_7344
 
Sinds ik de trotse eigenaar van Amerikaanse bulldog Olga ben, heb ik heel wat uit te leggen. Met dank aan tenenkrommende aannames en vooroordelen als Waarom heb je eigenlijk een pitbull? en Is zo’n ras wel handig als je kleine kinderen hebt?
Veel onbekenden zijn huiverig voor Olga, dat zijn vaak dezelfde mensen die onze viervoeter Dimple, een Fauve Basset de Bretagne, voor een vrolijk jachthondje aanzien. En laat die nu, zodra hij de kans krijgt, graag zijn tanden in een hardloper zetten. Maar dat is een heel ander verhaal.
 
Ik wandel ’s ochtends met de honden in het bos wanneer ik een grote vrouw op ons af zie lopen.

Ze is een indrukwekkende verschijning: groot met stevige wandelschoenen onder haar lange, wollen jas. Haar immense silhouet verstijft als ze Olga in de gaten krijgt, al zijn we zeker nog zo’n vijftig meter van elkaar verwijderd. Olga duikt op dat moment de struiken in. De vrouw loopt aarzelend verder. Tegen de tijd dat we elkaar passeren heb ik Dimple netjes aangelijnd. Dan roep ik Olga bij me. Met een noodvaart rent ze de hoek om, trots: ze heeft een lange stok in haar bek. Ze komt, op haar eigen lompe manier, naast me tot stilstand. Uit aardigheid houd ik Olga maar even bij de halsband vast.
De passant zoekt nu oogcontact, ze haalt opgelucht adem. Haar schouders zakken.
‘Fijn dat u ze vasthoudt. Ik ben echt bang voor grote honden.’
Dat dacht ik al, wil ik zeggen. Maar dat doe ik niet. Ik glimlach en kijk naar Olga. Op dat moment wil de vrouw Dimple aaien.
‘Eh, als u bang bent kunt u hem beter níet aanhalen. Het is een oude, zure opa.’
‘Oh?’ Ze kijkt me verbaasd aan. ‘Hij ziet er juist zo lief uit.’
Tja. Schijn bedriegt. Ik wil cynische teksten uitkramen. Iets over dat kleine dieren en mensen per definitie vaak fel zijn (noodgedwongen) en dat het bij ieder soort voorkomt (Shetlanders) Maar dan zie ik haar gespannen gezicht… Wie bang is, is bang. Klaar.
Olga komt tijdens het gesprek rustig aan mijn voeten liggen, de stok tussen haar voorpoten. ‘Ach, ze is wel rustig, hé?’ probeert de vrouw met een geforceerde glimlach. Ze zou zo graag niet angstig zijn.
Na onze nutteloze small talk besluit ik door te lopen. Dimple rent vooruit. Het is een echte Fransman: hij loopt z’n eigen route. Dat is voor of achter ons. In ieder geval niet naast of met Olga.
Arme Olga, die braaf naast me loopt en me aankijkt: ‘spelen?’
Tuurlijk. Stom toch, dat iemand bang is voor deze Joris Goedbloed?
Ik buig voorover, wil de stok pakken om weg te gooien.
Maar… het is helemaal geen tak of een stok.
Er zitten haren op.
Het is een poot… van iets wilds, een ree of een hert. GADVER.
Ik wil niet weten hoeveel ledematen er verderop liggen.
Wat ben ik opgelucht dat ik het nu pas zie, niet in het bijzijn van de vrouw. Anders had ik wéér van alles uit moeten leggen.
 ce9c50cbe718d4287985cb34434f403f